Class action in Nederland uitgelegd
Class action
In dit artikel worden de massaclaim - ook wel class action - en collectieve actie volledig uitgelegd. Een schadevergoeding via class action in Nederland kan via twee routes worden geëist. Via de Wet Collectieve Afhandeling Massaschade (WCAM) en met een belangenorganisatie via artikel 3:305a BW.
Class action in Nederland
Na het lezen van dit artikel kan je goed bepalen wat je moet doen als jouw bedrijf wordt aangesproken voor massaschade en of het zinvol is een class action of massaclaim in te dienen als je een met een groep anderen een schadevergoeding wilt eisen.
Daarom leggen we uit wat de definitie van de collectieve actie is, wat het verschil is tussen groepsacties en algemeen belangacties, hoe de procedure rondom de collectieve actie in elkaar steekt en hoe je een schadevergoeding kunt claimen met een collectieve actie of massaclaim.
Uiteraard kan je bij ons ook een advocaat gespecialiseerd in collectieve acties inschakelen als je een massaclaim wilt indienen, maar zeker ook als jouw bedrijf zich moet verdedigen tegen een massaclaim of class action in Nederland.
Een bekende actie die nu op handen staat is de massaclaim tegen telecombedrijven. Twee andere bekende zaken collectieve acties zijn die over de woekerpolis en die van de Stichting Loterijverlies.
Wat is de definitie van class action?
De wet kent reeds 1 juli 2004 aan een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid de mogelijkheid toe om een rechtsvordering in te stellen die strekt tot bescherming van gelijksoortige belangen van andere personen, voor zover die stichting of formele vereniging die belangen ingevolge haar statuten behartigt.
Een dergelijke stichting of vereniging wordt aangeduid als belangenorganisatie. Van deze bevoegdheid wordt gebruik gemaakt door zowel belangenorganisaties die de belangen van bepaalde groepen personen in het algemeen en op continue basis behartigen als door ad hoc organisaties die speciaal worden opgericht om de belangen van andere personen in een specifieke kwestie te behartigen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen algemeen belangacties en groepsacties.
Groepsvordering procedure
De procedure collectieve actie is niet erg ingewikkeld. Wel moet er voldoende draagvlak zijn. Om te kunnen bepalen of een groepsvordering zin heeft en er een reële kans is dat een massaclaim resultaat oplevert, bespreken we de twee mogelijke procedures rondom collectieve acties en het opzetten van bijvoorbeeld een belangenorganisatie.
In geval van algemeen belang acties wordt een belangenorganisatie opgezet die zich inzetten voor een belang dat niet kan worden geïndividualiseerd, maar eigenlijk iedereen aangaat. Bij groepsacties spelen individuele belangen van een bepaalde groep personen die op een collectieve wijze worden nagestreefd.
Statutaire doelomschrijving
Artikel 3:305a lid 1 BW schrijft een bepaalde statutaire doelomschrijving voor met betrekking tot belangenorganisaties. De belangenorganisatie is slechts ontvankelijk in een rechtsvordering die strekt tot bescherming van gelijksoortige belangen van andere personen, voor zover zij die belangen ingevolge haar statuten behartigt.
Dit leggen we uit aan de hand van twee voorbeelden.
Voorbeeld Flora
Als voorbeeld voor de collectieve actie bespreken we eerst de zaak tegen de Staat, de Westfriese Flora Bovenkarspel (Flora) en enkele whirlpool standhouders ter zake van legionellabesmetting. Hierbij betoogden de staat en Flora dat de Consumentenbond met het instellen van haar vorderingen individuele belangen behartigt van een specifieke groep, namelijk legionellaslachtoffers en dat het dus niet gaat om een collectief consumentenbelang in het algemeen en derhalve niet om een belang dat de consumentenbond blijkens haar statuten behartigt. Het gerechtshof Amsterdam verwierp dit verweer, want de bezoekers (legionellaslachtoffers) van het evenement vallen ook onder het begrip consument als bedoeld in de statuten van de Consumentenbond.
Voorbeeld ANBO
In de zaak van de Staat en de Sociale Verzekeringsbank tegen ouderenbond vereniging ANBO en 77 natuurlijke personen hadden de gedaagden aangevoerd dat ANBO niet ontvankelijk was nu zij volgens haar statuten niet de belangen behartigt van in het bijzonder Aow’ers of Anw’ers. De voorzieningenrechter oordeelt dat dit verweer met betrekking tot de categorie Anw’ers slaagt. Daartoe wordt overwogen dat ANBO zich ingevolge haar statuten ten doe stelt op te komen voor de individuele en collectieve rechten van ouderen. Echter, Anw gerechtigden kunnen ook zijn ouders en verzorgers van half wezen en wezen.
Uitleg voorbeelden
Uit bovenstaande uitspraken kan worden afgeleid dat een belangenorganisatie er goed aan doet vooraf na te gaan of haar statutaire doelomschrijving voldoende ruimte biedt voor de door haar in te stellen rechtsvordering. Zo niet, dan dienen de statuten te worden aangepast.
Voorafgaand overleg
Een belangenorganisatie is ingevolge artikel 3:305a lid 2 BW niet ontvankelijk, indien zij in de gegeven omstandigheden in onvoldoende mate heeft getracht het gevorderde in overleg met de gedaagde te bereiken. Uit twee uitspraken (een auteursrechtelijk geschil en de zaak van Stichting ter bevordering van milieubewuste Agricultuur en de gemeente Maasdriel) blijkt dat het er maar net op aankomt of de stelling dat het overleg kon worden overgeslagen omdat het toch niet zinvol zou zijn, succes heeft.
Gelijksoortige belangen
In een groepsactie is de vraag of sprake is van gelijksoortige belangen een veelal onvermijdelijk twistpunt. De toets die in veel uitspraken wordt aangelegd bij de beoordeling van de vraag of sprake is van gelijksoortige belangen in de zin van art. 3:305a BW is dat die belangen zich voor bundeling moeten lenen.
De wet regelt de situatie van concurrerende belangenorganisaties niet, maar het is de vraag of het de bedoeling van de wetgever is geweest om zulks toe te staan. Naar de facto bestaat er namelijk wel het gevaar van tegenstrijdige vonnissen. Bovendien is de gedachte achter het instrument van de groepsactie nu juist dat daarmee in één enkele procedure de gelijksoortige belangen van een hele groep kunnen worden behartigd. Het voeren van parallelle acties die gelijksoortige belangen beogen te behartigen is in strijd met die gedachte en ook niet erg doelmatig, noch voor de leden van de groep noch voor de gedaagde.
Collectieve actie schadevergoeding
Het is via de Wet Collectieve Afhandeling Massaschade (WCAM) mogelijk om een schikking te treffen met het bedrijf dat de schade heeft veroorzaakt. Een schadevergoedingsactie kan met een advocaat of via een belangenorganisatie worden ingesteld.
In de Vie d’Or arresten oordeelde de Hoge Raad dat een vordering tot verklaring voor recht dat de gedaagde gehouden is de schade van de leden van de groep te voldoen in een groepsactie niet kan worden ingesteld, nu een dergelijke vordering in wezen ertoe strekt de omvang van de schadevergoedingsverplichting jegens de individuele leden van de groep vast te stellen. Omdat dit niet kan zonder een antwoord te geven op individuele vragen omtrent toerekenbaarheid, causaal verband en eigen schuld, verzet art. 3:305a BW zich tegen toewijzing van die vordering.
Overige ontvankelijkheidsverweer
In een aantal zaken aangespannen door verenigingen als bedoeld in art. 3:305a BW had de gedaagde de ontvankelijkheid van de vereniging bestreden met de stelling dat de vereniging te weinig leden had om te kunnen worden aangemerkt als een voldoende representatieve belangenbehartiger. Dit verweer wordt verworpen. Het aantal leden is voor de ontvankelijkheid niet van belang en de wet stelt representativiteit niet als eis.
Kosten
In het arrest Vie d’Or heeft de Hoge Raad kort gezegd dat een redelijk uitleg van art. 3:305a BW in samenhang met art. 6:96 lid 2 BW aanhef en onder b meebrengt dat een belangenorganisatie die in een groepsactie een verklaring voor recht vordert dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld of in zijn verplichting is tekortgeschoten. De redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid in rechte kan vorderen. Dat de belangenorganisatie die kosten zelf heeft gemaakt en dat de gedaagde jegens de belangenorganisatie zelf niet aansprakelijk is, doet daaraan niet af.
Schikking massaschade
Nadat de Wet collectieve afwikkeling massaschade (WCAM) in werking was getreden en het Hof Amsterdam in juni 2006 zijn eerste toewijzende beschikking had gegeven op een verzoek tot verbindendverklaring van een overeenkomst tot collectieve afwikkeling van massaschade, bracht 2007 niet alleen een tweede toewijzende beschikking maar ook een derde verzoek tot verbindendverklaring. De toewijzing van het verzoek tot verbindendverklaring van de zogenoemde Duisenberg regeling.
Internationale perspectieven
Een internationaal vraagstuk is dat van de erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen gewezen in collectieve procedures en door de rechter verbindend verklaarde beschikkingen in andere landen, zowel binnen de Europese Unie als daarbuiten. De gedachte achter de richtlijnen is om toetsingsmaatstaven aan te reiken aan de hand waarvan de rechter die moet beslissen over de erkenning en tenuitvoerlegging van een vonnis in een collectieve actie of een verbindend verklaarde collectieve schikking. Die maatstaven dienen dan aanvullend op de regels van het eigen internationaal privaatrecht te worden toegepast. Die eisen zijn sterkt geïnspireerd op de Amerikaanse en Canadese rechtssystemen waarin een vorm van certificering van de ‘class’ plaatsvindt. Indien een vonnis of een verbindend verklaarde beschikking blijkens de inhoud daarvan tot stand is gekomen met gebruikmaking van criteria zoals die bijvoorbeeld zijn te vinden in Rule Class action 23 van de U.S Federal Rules of Civil Procedure, dan zou die volgens de richtlijnen voor erkenning en tenuitvoerlegging in aanmerking moeten komen.
Wet Collectieve Actie Massaschade (WCAM)
In de Wet Collectieve Actie Massaschade (WCAM) is gekozen voor een collectieve schikking als de route waarlangs een massaschade moet worden afgewikkeld. Dit lijkt de reden te zijn dat de WCAM zo een succes is. Het Amerikaanse systeem is gebruikt als voorbeeld voor de WCAM. Daardoor is gekozen voor afwikkeling van massaschades via de collectieve schikking.
Voordelen WCAM
Een collectieve afwikkeling van een massaschade via de WCAM biedt belangrijke voordelen voor alle betrokkenen.
Voordelen bedrijven
- één procedure, niet talloze procedures van individuele eisers
- mate van zekerheid over financiële verplichtingen tegenover benadeelden
Voordeel voor benadeelden
Het voordeel voor benadeelden is dat men binnen korte tijd een schadevergoeding kan ontvangen, zonder dat daar jaren over geprocedeerd hoeft te worden.
Maatschappelijk voordeel
Procederen kost geld. Veel geld. Voor particulieren, maar ook voor bedrijven en de maatschappij. Met massaclaims wordt voorkomen dat de kosten en inspanningen die gepaard gaan met voeren van groot aantal juridische procedures beperkt blijven.
Voor “slachtoffers” is het anders eigenlijk onbetaalbaar om jarenlang te procederen tegen een bedrijf met een ontzettend lange adem. Anderzijds is het voor bedrijven een uitkomst dat er niet duizenden losse procedures tegen ze worden ingesteld.
Eigenlijk is er één zaak die de basis vormt voor de Wet Collectieve Afhandeling Massaschade. Dat is de zaak DES-dochters.
Des-dochters
In de zaak Des-dochters is een overeenkomst tot stand gekomen die voorziet in schadevergoedingen voor de Des-dochters. Met gebruikmaking van de WCAM is de rechter verzocht deze overeenkomst verbindend te verklaren.
Advocaat collectieve actie
Onze advocaten collectieve actie kunnen helpen als jouw bedrijf te maken krijgt met een massaclaim of collectieve actie. Als anderen een schadevergoeding vorderen van jouw bedrijf, maar helpen ook bij het beoordelen van schadeclaims en het bepalen van de juiste route via WCAM of artikel 3:305 a BW als je een massaclaim wilt indienen.