Wij kochten in 2015 een stuk grond met het plan om daarop een woning te bouwen.
Dat stuk was tot dan onderdeel van een groter geheel met aan de straatkant bebouwing. Wij kochten het deel zónder bebouwing, áchter het stuk van de verkoper.
Het geheel had een agrarische bestemming.
Voor het geheel lag er een positief principebesluit van de gemeente voor de bouw van drie woningen; twee op het kavel van de verkoper en één woning op ons kavel. De kans dat die plannen konden worden gerealiseerd was erg groot.
Onderdeel van de koopovereenkomst was dat we ons gezamenlijk zouden inspannen om het bestemmingsplan te wijzigen en de omgevingsvergunningen te verkrijgen.
Voordat het zover kwam heeft de verkoper zijn deel verkocht zonder de afspraken door te leggen aan de koper.
De koper heeft niet het plan om te slopen en zonder sloop zijn onze kansen op een bouwvergunning verkeken.
Wij hebben voor ons kavel fors méér betaald dan de waarde van landbouwgrond omdát het positieve principe besluit er lag en voor de samenwerking met de verkoper waaronder de sloop van de bestaande bebouwing. We hebben minder betaald dan voor een bouwkavel mét vergunningen omdat een positief principe besluit nog geen garanties geeft voor die vergunningen.
De vraag is nu, hoe we de omvang van onze schade moeten berekenen. Is dat:
a. de marktwaarde van een bouwkavel minus de waarde van landbouwgrond,
b. de aankoopprijs minus de waarde van landbouwgrond
c. de marktwaarde van een bouwkavel minus de aankoopprijs
0
Geschreven door Kozzeltov op
16 February 2021 om 11:01.